Vloeibare ego’s: Lord Byron en David Bowie
Vloeibare ego’s: Lord Byron en David Bowie
Bepalen we we zelf onze identiteit, of laten we dit over aan anderen? Deze vraag wordt zelden gesteld, maar in de praktijk door iedereen beantwoord. Veelal zijn het de traditie, de familie en in de ruimste zin het collectief die het individu scheppen. Men kan dit psychische proces de geboorte van de niemand in onszelf noemen.
Volgens bepaalde psychologen gaat het erom die niemand in onszelf te ontdekken. Dit klinkt erg verleidelijk, want vanuit dit niets valt er vervolgens zeker iets moois van te maken. Met niets bedoel ik trouwens een gestold samenraapsel van een stel culturele en biologische factoren. Dit om misverstanden over niets te voorkomen.
Heeft de dandy op eigen kracht de niemand in zichzelf gevonden en daarna met zijn individualistische estheticisme er een eigen draai aan gegeven? Is het derhalve terecht dat Max Beerbohm het dandyisme ooit typeerde als een der decoratieve kunsten?[1] Vanwaar de term vloeibaar ego in de titel? En wat is eigenlijk het verband tussen het vloeibaar ego en dandy’s als Lord Byron en David Bowie?
Deze diepzinnige vragen laat ik voor wat ze zijn. Die bespreek ik later nog wel eens, of misschien ook niet. Want het is hoog tijd om Byron te introduceren, zeker ook gezien de titel van dit stukje. Om te beginnen citeer ik gelijk maar eventjes iets uit zijn Childe Harold’s Pilgrimage:
I live not in myself, but I become
Portion of that around me; and to me
High mountains are a feeling.[2]
Het is puur genot om te kunnen koketteren met kennis van poëzie! Daarnaast wil ik evenwel ook iets inhoudelijks kwijt over bovenstaande zinnen. De door Byron bedachte Harold is een jonge edelman die met zachte egogrenzen door het leven trekt en moeiteloos vervloeit met zijn omgeving. Dankzij zijn sensitiviteit verbindt hij zich gemakkelijk met mens en natuur. Of dit een zelfportret is van Byron, weet ik niet zeker.
Wel durf ik met zekerheid te zeggen dat Bowie zich in Blue Jean als Lord Byron laat aankondigen.[3] Deze als David Jones geboren kunstenaar grossierde tijdens zijn leven ook buiten het podium in personages. Die personages lijken een dusdanige greep op hem te hebben gehad dat Bowie hiermee samenviel, tot een nieuw personage de regie overnam. In dit opzicht schijnt hij geen wezenlijk ego te hebben bezeten, of het moet zijn chronische vloeibaarheid zijn geweest.
Op het podium leefde hij zichzelf uit in zijn personages. Bowie ging geheel op in de rol die paste bij de song die hij ten gehore bracht. De beelden van het door hem gezongen Hallo Spaceboy, samen met de Pet Shop Boys, laten dit goed zien.[4]
Het boeiende van dit optreden is tevens Bowie’s magistrale uitstraling. Neil Tennant, de zanger van de Pet Shop Boys, oogt plots als een verlegen misdienaar die in hemelse sferen verkeert omdat hij een demigod mag begeleiden.
Bowie’s feminiene look wordt in deze muziekclip geaccentueerd door zijn hoge hakjes en een oorbel. Dat hij kleurde naar zijn muzikale omgeving valt niet te betwisten, zeker als men de beelden van Hallo Spaceboy van hem met Nine Inch Nails voor ogen heeft. Zelfs met één nummer schiep hij voor zichzelf al personages! Hoewel het natuurlijk maar de vraag blijft of hij dit wel voor zichzelf deed…
Was voor Bowie niet alleen de kunst, maar ook het leven vooral een spel? Dit valt allerminst uit te sluiten. Door zijn kunst volledig met het leven te laten vervloeien en zijn leven (en dood) met de kunst, heeft hij zowel van zijn leven als van zijn kunst ontegenzeggelijk wel iets erg moois gemaakt.
Noten
[1] https://books.google.nl/books?id=lZR6sOboAukC&pg=PT12&lpg=PT12&dq=max+beerbohm+dandyism+as+one+of+the+decorative+arts&source=bl&ots=2XmMdJE4KU&sig=QMIAC55F7i_o4n43GpdPq2xEBu4&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwjkxPLTnv3PAhWFBBoKHXDzBB8Q6AEIITAC#v=onepage&q=max%20beerbohm%20dandyism%20as%20one%20of%20the%20decorative%20arts&f=false
[2] http://www.keats-shelley-house.org/en/works/works-lord-byron/lord-byron-childe-harold%E2%80%99s-pilgrimage
https://m.youtube.com/watch?v=LTYvjrM6djo