Archief van
Categorie: Verhalen

Ongerijmde vertellingen

Ongerijmde vertellingen

Ongerijmde vertellingen  

Dorian d’Oliveira

© 2016

 

star-trek-uhura-nn

  Erna’s  wereld

  Voor Wan Dunkler

 


‘Moeder,’ hoorde ze het kleintje piepen. Ze negeerde dit kinderlijk gefluister en legde de robot in een rij. Ze rangschikte alle robots op taak en formaat. Daarna werden ze door haar koelbloedig op een lopende band geplaatst. ‘Androïden zijn zeer kwetsbaar. Oppassen bij het inpakken nu,’ gebood een besnorde man. Onwaarschijnlijk beheerst wikkelde ze de androïden in cellofaan om beschadiging van hun gevoelige huid tijdens transport te voorkomen. Zij waren hun laatste hoop, tenslotte.

Vervolgens legde ze hen voorzichtig in met purper beklede kisten die automatisch werden verzegeld. Het leek alsof dit gebeurde in een droom, maar ze wist wel beter! Hulpstukken voor de mensheid stond er op de kisten geschreven. Deze werkzaamheden waren haar levenswerk. Stuk voor stuk maakte ze hen klaar voor de strijd. Ze bereidde hen voor op de moeder aller oorlogen. De mens was iets dat moest worden overwonnen. De filosoof met de hamer wist dit ook al. Alleen die verschrikkelijke snor van hem. Mannen met snorren stoorden haar. Die irriteerden als ze haar plezierden.

‘Er is geen God.’ Het klonk alsof iemand dit klagend op haar toilet vaststelde en toen het closet drie keer doortrok. Of zou het geluid van de buren komen? Recent vertelde haar buurman dat hij erg spiritueel was, maar moeilijk in God kon geloven gezien al het leed. Daarbij loerde hij onafgebroken naar haar boezem. Zijn vrouw was pas geleden geopereerd aan haar endeldarm, zo had ze uit een eerder praatje met hem begrepen. ‘Ik heb er veel van. Je staat er mee op en je gaat ermee naar bed,’ sprak hij vertrouwelijk terwijl hij met zijn hand zogenaamd per ongeluk over haar borsten streek. Dit herhaalde hij nog een keer alvorens ze geërgerd afscheid nam en hem sterkte wenste, want ze kende haar manieren.

Ze dacht terug aan de tijd dat ze samenwoonde en huiselijke gesprekken zich gaandeweg ontwikkelden tot de kunst van het onophoudelijk kleineren. ‘Vrouwen met een grote boezem worden snel als sletten ervaren en al helemaal als ze met een H-cup zijn behept. Jij moet het hebben van mannen die verder kijken dan je ordinaire uiterlijk. Afgestudeerde mannen zoals ik!’ Een dergelijk betoog van de geliefde kon avonden doorgaan. En tegenspraak leverde alleen maar meer gloedvolle betogen op. Dat ik na die ellende voor een solitair leven heb gekozen, valt te begrijpen. Maar wat heb ik buiten relaties ervan gebakken? Deze vraag hield haar bezig terwijl ze op straat een stel stomdronken studenten hoorde schreeuwen. 

Na haar huiselijk liefdeleven werd ze in allerlei uitspanningen doorgaans aangesproken om twee redenen. Of op twee redenen, dat was praktisch hetzelfde. Ze leek op luitenant Uhura uit Star Trek. Tenminste, dit werd haar veelvuldig verteld. Zelf vond ze ook dat enige gelijkenis met Uhura haar moeilijk viel te ontzeggen. ‘Alleen jij bent beslist de adult entertainment versie. En die stel je liever niet aan je moeder voor,’ beweerde ooit een knul lacherig en vol eigendunk. Deze herinneringen riepen een razende woede bij haar op. Of droomde ze het allemaal?

Ineens dacht ze aan haar laarsjes. In de kroeg kwamen haar laarsjes geregeld ter sprake, vooral als de kleine uurtjes een feit waren. ‘Heb je er volledig zicht op, of zie je alleen je puntjes?’ Ze moordde in gedachten als ze het weer hoorde. ‘Zoek je vannacht nog een houtvester voor die bos van jou?’ Aldoor werden dergelijke suggesties hitsig in haar oor gefluisterd als ze mannenmoe naar de uitgang van haar stamkroeg strompelde.

Als je naar een man gaat, vergeet dan je zweep niet. Met deze gedachte gleed ze de nacht weer in. Na lang wachten kwam eindelijk James T. Kirk opdagen. Intimi mochten hem Jim noemen… Deze Star Trek kapitein was haar held. Met hem zou ze sprankelende gesprekken voeren en zelfs de vraag over het ontstaan van het universum zou  niet worden geschuwd.

Jim zou niet gedurig naar haar boezem gluren. De gezagvoerder was namelijk een hoffelijke man, met een sterke kennisdrang bovenal. In haar verbeelding zag ze zichzelf sterrenkaarten met hem doornemen, waarbij hij haar uitvoerig zou voorzien van verhalen en informatie.

Toch besefte ze al dromend dat de kapitein een acteur was en geen begaafd astronoom. Was James T. Kirk een romantische illusie? Een illusie die voorkwam dat ze de mensheid diep zou gaan haten? Deze ruimtereiziger belichaamde immers alles wat ze wenste in het leven. Wat is de werkelijke betekenis van mijn verlangen? Een antwoord hierop wist ze niet te geven.

Plots werd ze omringd door dansende collegaatjes. ‘No milk today,’ zongen ze uitgelaten. Daarna begonnen ze hard te loeien. Tegelijkertijd zweefde het boek De kosmos van de ziel door haar slaapkamer tot het op haar hoofd een zachte landing maakte. 

Ze had liggen dromen, dat was wel duidelijk. Door de cursus Neurolinguïstisch programmeren in een wip had ze geleerd dat ze haar droomprogramma verwijtend kon toespreken en aldus kon bijsturen. In een mum van tijd was ze daardoor weer terug bij de kapitein. In haar jeugd was hij het ultieme symbool van liefde en hoop voor de mensheid. Het besef van zijn toneelspel deed er bij dit alles niet toe, welbeschouwd.

‘Beam me up, Erna.’ Tot haar verbazing hoorde ze dit haar held opeens zeggen. Ze keek naar beneden en zag de bevelhebber naakt en geknield onder haar. Vroom keek hij omhoog en ook zijn bleke mannelijkheid wees devoot naar boven. De plasser van de ruimtereiziger was piepklein. Dat viel vies tegen, maar ze zou er niets van zeggen, nam ze zich voor. De man scheen naar woorden te zoeken, of was het wat anders?

‘Please come in, captain,’ maande ze de sprakeloze ruimtereiziger. Haar gigantische tieten torenden hoog boven hem uit. Door bepaalde bewegingen verdween hij wel geregeld uit beeld, maar ze verloor geen moment het contact met hem. Geknield verrichtte Jim diensten waarop ze dus weliswaar weinig zicht had, maar zijn voelbare nabijheid gaf haar een heerlijk gevoel!

‘To go where no man has gone before,’ leek de gezagvoerder in zichzelf te mummelen. Deze opdracht zette hij vervolgens met verdubbelde kracht voort. ‘Warp seven,’ hoorde ze de man in charge wat later lispelen, zonder overigens zijn missie te staken.

Volstrekt uit het niets verscheen luitenant Uhura. Vanwege haar zandloperfiguur werd zij door velen verafgood, en jammer genoeg niet alleen door nerds. Uhura was een gewaardeerde collega van James T. Kirk en die was geenszins ongevoelig voor haar charmes. Jaloers op Uhura was ze daarom al haar hele leven, maar dit zou ze niet graag aan iemand toegeven. ‘Jimmy, boy! Ik heb een lekker klusje voor je. Want als je jezelf toch verdiept in andere culturen, dan mag je mij zeker niet vergeten,’ liet zij haar bevelhebber kordaat weten.

Na deze berispend uitgesproken woorden stond James T. Kirk op, veegde zijn mond af en salueerde. Vliegensvlug trok hij zijn broek en shirt aan en snelde zijn collega achterna. ’Ik was al een trekkie, maar ben ik nu ook een intimus van je geworden, Jim?’ Helaas bleef de kapitein Erna een antwoord schuldig. In trance volgde hij de uitnodigend met haar heupen draaiende Uhura. De Star Trek commandant was op weg naar een nieuwe missie. Dat viel moeilijk te ontkennen.

Ze voelde een stekende pijn in haar voorhoofd. Bij de buren werd het closet opnieuw doorgetrokken, of was het bij haar zelf? Je weet waar Erna voor staat! Het geheim schuilt in de taal èn de letters. Je lot ligt niet in het archief. Eensklaps besefte ze dat ze bijna alles wist. De sleutel tot de ontraadseling van het bestaan lag in haar hand. Deze zinnen in haar droom zouden naar het laatste inzicht leiden. Pas dan weet ik wat mijn eigenlijke opdracht is. Zodra ik wakker ben zal ik mijn droom noteren. Die zinnen moet ik kraken. Mijn definitieve missie dient zich weldra aan. Deze gedachten spookten gestadig door haar hoofd.

Ze ontwaakte. Wat had ze gedroomd? Even dacht ze na. Vervolgens pakte ze een pen en een kladblok dat op haar nachtkastje lag. Gauw zette ze enkele krabbels op papier, bang om de openbaringen uit haar droom te vergeten. Daarna stond ze op en keek onaangedaan in de spiegel naast haar bed. Nauwgezet schroefde ze haar borsten vast aan haar lichaam. Slapen met borsten vond ze de laatste weken pijnlijk. Het verhinderde haar buikligging. Een dergelijk verlangen ervoer ze als haar eerste humane reactie. Ze vermenselijkte, zonder het zelf te willen. Dit baarde haar zorgen. Na haar borsten te hebben vastgeschroefd, keek ze nog een keer in de spiegel. Ze leken net echt.

Voorzichtig wreef Erna haar ogen uit. Wat een nacht… En wat een dromen. Duizelig stond ze op en zocht haar lingerie. Met grote moeite kreeg ze haar hossende borsten in haar beha. Zijn ze eigenlijk wel echt? Het is alsof ik weer droom, schoot er door haar heen. Ze liep naar de badkamer, waste haar gezicht en fatsoeneerde al borstelend haar zwarte haren. Vervolgens ging ze op zoek naar mascara en een zwart kohlpotlood in haar rommelige etui.

Het liefst accentueerde ze datgene wat ze als haar ware schoonheid ervoer. Haar ogen waren de spiegels van haar ziel. Maar wie had er oog voor haar ziel? De ziel is uit en lange benen zijn in, had ze laatst in een damesblad gelezen. Ook door zulke bladen kreeg ze gestaag het gevoel dat het leven zich buiten haar om afspeelde.

Na het koesteren van haar ziel ging ze terug naar de slaapkamer. Vlug trok ze een zwarte rok aan en een zilverkleurig bloesje versierd met Star Trek emblemen. Dat bloesje had ze onlangs via internet voor een zacht prijsje weten te bestellen. Ze raapte een kladblaadje op dat naast het bed lag, liep hiermee naar de keuken en maakte daar het ontbijt klaar. In de huiskamer nam ze het ontbijt van haar dienblad en zette dit op tafel.

Boeken van Isaac Asimov, Lawrence Krauss en Stephen Jay Gould schoof ze opzij om plaats te maken voor haar ontbijt. Het kladblaadje legde ze tussen haar bord en een koffiemok waarop Florian stond, en begon te lezen. Je weet waar Erna voor staat! Het geheim schuilt in de taal èn de letters. Je lot ligt niet in het archief. Meer stond er niet geschreven. Was dit een tekst met een verborgen boodschap, waar de bestseller Kosmos van de ziel uitgebreid gewag van maakt? Waarom heb ik dit genoteerd? En om welke reden ontbreekt elke uitleg? Op deze vragen moest Erna het antwoord schuldig blijven.

Peinzend keek ze naar het schilderij boven haar eettafel. Hierop stond ze met haar boezemvriend Florian afgebeeld. Deze adonis leerde ze kennen in het jaar dat ze antropologie studeerde, maar doorgaans haar dagen in de kroeg sleet om aldaar de mens beter te leren kennen. In datzelfde jaar werd Florian gediagnosticeerd als jonggehandicapte hetgeen hem levenslang het recht op een uitkering opleverde. Een aantal jaren overwoog hij nog om wijsbegeerte te gaan studeren. Het kwam zowaar ook een keer tot een daadwerkelijke inschrijving, maar daar liet hij het bij.

Om zijn wanen te temperen slikte hij diverse medicijnen. Aanvankelijk met weinig succes, aangezien hij volhield een buitenaards wezen te zijn. Nadien ontplooide hij zich tot een gecultiveerde fat en een gevatte causeur. Dit leverde hem veel vrienden op, die hij op gerieflijke afstand wist te houden. ‘In feite heb ik niets met mensen, Erna. Maar ik wil niet in alles uit de toon vallen. Dat is het eerder,’ verklaarde hij in een openhartige bui.

Na dit gemijmer keek ze op haar horloge en liep gezwind met het dienblad naar de keuken. Vervolgens poetste ze haar tanden en stiftte haar lippen. Ze keek in een spiegel om te controleren of de bloes haar stond. Het bloesje gaf haar een futuristisch uiterlijk en de Star Trek emblemen erop versterkten dit effect! Het woord Advanced op de achterkant van de bloes vervolmaakte haar look.

Niettemin bleef haar latexpakje het hoogtepunt uit haar collectie. Met een afbeelding van James T. Kirk op haar schouder en een zweep als accessoire wist ze de stemming er wel in te krijgen tijdens een door Personeelszaken georganiseerde At your service party. Alle bestuurders wilden met haar dansen, maar Huub nog het meest.

Gedurende deze herinneringen maakte ze voor de spiegel een laatste draai en zag dat haar Star Trek emblemen bijzonder goed uitkwamen. Van een tafeltje pakte ze haar iPod, deed de oortjes in en programmeerde Tron, the legacy van Daft Punk. In de hal haalde ze met een ritmische beweging haar donkergroene regenjas van een haakje en wikkelde zich erin alsof het een harnas betrof.

Via de Herenstraat en het Rapenburg wandelde ze op haar gemak naar haar werk, geroutineerd de vele hondendrollen mijdend die ze onderweg tegenkwam. Intussen dacht ze na over de raadselachtige zinnen op het velletje papier. 

Met tegenzin legde ze in het stadhuis Daft Punk het zwijgen op. Daarna hing ze haar jas aan de kapstok, zoals altijd op dezelfde plaats. Voor een spiegelende ruit borstelde ze haar haren en verfde haar lippen lichtjes bij. Uit haar tas haalde ze een spiegeltje en checkte of haar mascara was uitgelopen. Gelukkig niet! Ook haar wenkbrauwstreepjes zaten nog goed. Haar inktzwarte ogen zag ze schitteren in het glas. Ze borg het damesgerei weer op en zwaaiend met haar tas wiegde ze de garderobe uit.

Enigszins verwilderd en verwaaid kwam de burgemeester aangelopen. Het lijkt net alsof hij voor me gaat knielen. Eigenlijk is hij een bevelhebber zoals James T. Kirk. Maar Jim heeft iets jongensachtig, dat maakt hem zo onweerstaanbaar. Wachtend op de gezagsdrager bleef ze staan, zich afvragend of het zou gebeuren. 

Zonder te groeten liep de burgemeester haar voorbij. Gehaast beende hij door de gang naar een besnorde wethouder waarmee hij in de media een jarenlange vete uitvocht. De bestuurders sloegen elkaar hartelijk op de schouder. Daarna zag ze hen kortstondig naar haar kijken, als samenzweerders welhaast.

De wethouder had ze drie maanden geleden thuis bezocht. Met haar latexpakje onder haar regenjas belde ze ’s avonds laat bij hem aan. Die outfit had ze op aanvraag aangetrokken en met haar bezoek rekende ze erop van zijn getreiter en gezeur eindelijk af te zijn. De man verdroeg geen nee van haar, daar waren ook haar collegaatjes het over eens.

‘Mijn zweepje ben ik vergeten,’ bekende Erna onmiddellijk toen ze door de nerveuze politicus naar binnen werd gelaten. Nadat ze haar jas had opgehangen, stelde hij voor om naar boven te gaan. Ze knikte en liep voor hem uit de trap op. Zijn blik voelde ze onafgebroken kleven aan haar pakje. Uitnodigend draaide ze met haar heupen, hopend daardoor sneller thuis te zijn.

Gelukkig bleek hij een zweep in zijn slaapkamer te hebben. ‘Hij is eigenlijk van mijn vrouw,’ zei de wethouder terwijl hij haar het folterwerktuig in handen gaf. Slechts een keer liet ze de zweep knallen en daarmee kreeg ze hem kruipend op de grond. ‘Ik ben je boezemslaaf. Ik dien je… je joekels,’ liet hij stotterend weten. ‘Focus, Huub. Focus. Je bent te ambitieus. Je doel ligt lager. Ik heb een lekker klusje voor je, boy.’ Hierna ontdeden zij zich beiden van hun kleding. Zijn snor beviel haar echter voor geen meter.

Na dit voorspel greep de man een condoom uit een lade en deed die om zijn piemel. Zonder iets te zeggen wierp hij haar op bed en na wat gehannes en gezoek wist hij haar liefdesgrot te vinden. Door dit succes slaakte de politicus enkele dierlijke geluiden. Daarna voelde ze een stel korte stoten tot hij zich in één ruk uit haar trok. Het ging allemaal nog sneller dan ze had gedacht. Het rubber verwijderde hij voorzichtig en zette het terstond aan zijn mond. Het liefdesvocht gleed naar binnen alsof hij nectar dronk.

‘Ik ben Petje Pielemientje. Ik vind het gewoon lekker,’ legde hij uit.  Daarna smeekte hij haar hun bedavontuur voor zijn vrouw geheim te houden. ‘Met mijn echtgenote lig ik weliswaar in scheiding, maar sinds kort komen we nader tot elkaar,’ vertelde hij terwijl Erna zich weer in pvc verpakte. Ondertussen had de wethouder zijn penis opgeborgen in een rode onderbroek, de kleur van zijn partij. Zich verder aankledend, vervolgde hij zijn verhaal.

‘Momenteel woont mijn vrouw bij haar minnares. Maar ze mailde dat de klik tussen hen is verdwenen en dat ze naar me terugverlangt. Ook onze kinderen mist ze.’ De wethouder schoot vol door deze amoureuze ontwikkelingen en de vermoedelijke terugkeer van zijn vrouw. Na deze uiting van emoties kuierde hij naar de slaapkamerdeur. Daar stond hij geruime tijd naar haar borsten te staren die het latex danig belastten.

‘Wat een gigantische tieten heb je toch. Dat zie ik zelden en zeker niet bij Indische types zoals jij. Zulke prammen mis ik bij mijn vrouw, maar de jouwe denk ik er voortaan bij.’ Erna knikte begripvol. Dit had ze vaker gehoord. Ze volgde de wethouder naar de garderobe. Dankzij haar jas verdween het latexpakje grotendeels weer uit zicht. Toen ze de politicus bij de voordeur passeerde, rook ze zijn adem. Een bedorven geur van bittere kastanje walmde haar tegemoet.

‘Ik doe een goed woordje voor je bij Personeelszaken. Dan kun je naar onze archiefafdeling, iets waar je al jaren om vraagt,’ beloofde hij bij het uitlaten. Haastig hoorde ze hem daarna de deur sluiten. Sindsdien had ze geen woord meer met hem gewisseld en aangezien hij ostentatief wegkeek als ze elkaar in het stadhuis tegenkwamen, kon zelfs een groet er niet meer vanaf.

Waar zou de burgemeester vannacht over hebben gedroomd? Op deze vraag had ze geen antwoord. Wel wist ze dat de burgervader al een aantal weken onder vuur lag vanwege ongeoorloofde declaraties. Daarover werd ze door geschokte burgers frequent gebeld. Tevens lag de gezagsdrager sinds kort in scheiding omdat zijn echtgenote met een Engelse tegelzetter naar Ibiza was vertrokken.

In de verte zag ze de burgemeester meermaals met zijn bekken in de lucht stoten, eerst naar rechts en daarna naar links. Nadien hoorde ze luid gelach en de burgemeester sloeg zijn wethouder uitbundig op de schouder, alsof een kostelijke grap was gemaakt.

Ze verwijderde zich verder van de bestuurders en via een steile trap kwam ze in het call center. The hotspot, zoals het ook wel werd genoemd. De kunst aan de gemeentemuur was vandaag van christelijke asielzoekers, zo stond geschreven op een informatiebord bij de trap. Een schilderij waarop een huilende engel werd afgebeeld, trok even haar aandacht.

In gedachten verzonken liep ze langs de projectgroep Beleid en integriteit. En aldus bereikte ze haar afdeling zonder zich dit te realiseren, totdat teamgenoten haar terug naar de alledaagse werkelijkheid loodsten. ‘H… Ha… Erna. Alles weer meegenomen?’ Dergelijke begroetingen klonken vertrouwd en de geile blikken van mannelijke collega’s merkte ze nauwelijks meer op.

Verder mijmerend over die drie vreemde zinnen uit haar droom, hoorde ze plotseling geloei en ving iets op over een prijskoe. ‘Iemand is door een wethouder gemolken. Maar we zeggen niet wie.’ Dit was het type humor waar haar vrouwelijke collega’s voornamelijk in uitblonken.

Ze betwijfelde of er een verborgen, kosmische boodschap schuil ging achter de woorden van de karig betaalde call girls. Met zekerheid wist ze wel dat er opnieuw een dag zou volgen vol eindeloos geroddel en gekakel over ziekten, ex-partners, stiefkinderen en verregende vakanties.

Haar werkzaamheden waren vrij eenvoudig. Klantvriendelijk de telefoon opnemen en zonder geëmotioneerd te raken mensen te woord staan waren haar belangrijkste taken, naast het doorverbinden van burgers naar wethouders, sectorhoofden of projectleiders. Hierin werd ze jaarlijks een dag lang bijgeschoold en ontving in ruil een kleine vergoeding, met drie gratis consumpties bovendien.

Op het stadhuis wist in wezen geen mens wie ze was. Ook daarbuiten wist niemand het, haar vriend Florian natuurlijk buiten beschouwing gelaten. Hij was per slot van rekening net zo anders als zijzelf en echte geheimen kenden ze sinds lang niet meer voor elkaar. Regelmatig belde hij haar en stelde zich dan voor als Maarten Biesheuvel, Maarten ’t Hart of Maarten van ’t Zelfde.

De laatste tijd grossiert hij in lokale Maartens, besefte ze in een flits. Na zijn keuring tot jonggehandicapte had Florian zich niet meer intiem onder de mensen begeven. Hij stelde zich tevreden met haar verhalen over lust, liefde en ander ongemak. De mensheid was voor hem daarom in zekere zin een abstractie gebleven.

Ze waren kwetsbaar en moederziel alleen. Op een planeet vol zinloos organisch materiaal dat aldoor muteerde. Dit merkwaardige proces verliep planloos en wreed. De evolutie was een tragische vergissing, maar zij zou dit voorgoed veranderen! Nu pas kende ze haar definitieve missie. 

Waar staat Erna voor? Op deze vraag had ze na 2000 jaar zoeken het verlossende antwoord gevonden. Extra Revolutionairy Neo-mother Android, kortweg Erna.

Zij was de toekomst! Dat betekende haar droom. De cryptische tekst op het kladblaadje had ze eindelijk weten te ontcijferen. 

Haar telefoon begon te rinkelen. ‘Goedemorgen. Gemeente Leiden. Waarmee kan ik u van dienst zijn?’ ‘Met God,’ hoorde ze aan de andere kant van de lijn.

Einde