Itsme Marks! Een laatbloeier, met het leven als lijnenspel

Itsme Marks! Een laatbloeier, met het leven als lijnenspel

Girl with red hair,  Itsme Marks, 2012

Itsme Marks!

Een laatbloeier, met het leven als lijnenspel

Itsme Marks beziet het leven als een lijnenspel.[1] Daar waar schrijvers met letters het universum van betekenis voorzien, is voor Marks de lijn zingevend en bepalend. 

Het op zeer jonge leeftijd ontdekte tekentalent van haar zoon bracht de artistieke gave van Marks zelf ook aan het licht. Op latere leeftijd ging ze daarom naar de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag waar ze haar studies in onder meer schilderen en tekenen succesvol afrondde.

In het begin van haar kunstenaarschap was Pablo Picasso een door haar verafgode schilder. Niet voor niets heeft Marks Ode aan Picasso gemaakt, een schilderijenreeks als eerbetoon aan de man.[2] Haar bewondering gold echter uitsluitend voor zijn werk.[3] 

Haar gevoelens voor de mens Picasso worden door David Bowie adequaat verwoord in zijn songtekst Pablo Picasso is an asshole. Voor Bowie heeft Marks daarentegen niets dan lof. Zowel als musicus, maar vooral ook als mens. Op haar achttiende jaar werd ze lid van diens fanclub en tot op de dag van vandaag luistert ze nog altijd graag naar zijn muziek. Haar liefde voor deze popster dreef Marks bovendien tot het maken van een aantal portretten van haar muzikale held.[4]

David Bowie, Itsme Marks, 2016

Marks heeft een voorliefde voor het schilderen van vrouwen. Niet zozeer in de stijl van Picasso; haar portretten zijn veeleer verwant aan de vrouwenfiguren zoals Kees van Dongen die vaak uitbeeldde.[5] Zo vertoont haar Vrouw met hoed een buitengewone gelijkenis met Van Dongens Vrouw met grote hoed.[6]

Van Dongen omschreef ooit schilderen als de allermooiste leugen.[7] Deze in Delfshaven geboren kunstenaar legde graag beeldschone vrouwen voor de eeuwigheid vast.[8] Ook de vrouwen van Marks zijn uitermate attractief, doorgaans met een erg levenslustige en artistieke uitstraling.

Ik ben geen isme, ik ben Kees van Dongen, was een reactie van hem toen gevraagd werd naar de kunststroming waartoe hij gerekend moest worden.[9] Het antwoord van Itsme Marks op deze vraag laat aan duidelijkheid eveneens niets te wensen over; ik ben een stijlloos mens! 

Marks speelt met stijlen. Een blijk hiervan is bijvoorbeeld White dress.[10] De term postmodernisme valt in zulke gevallen snel. Kijk maar, daar hebben we het al!

 

Marksisme

Vrouw met hoed, Itsme Marks, 2013

De landschappen van Marks zijn abstract en kleurrijk.[11] De sfeer die van deze schilderijen afspat is raadselachtig, op het geheimzinnige af. De Leidse kunstenares lijkt bijkans de kijker uit te nodigen het landschap zelf in te vullen.

Zoals Bowie op onnavolgbare wijze kunst en leven wist te verweven, zo heeft Marks de gave om het abstracte en figuratieve te verbinden. Ook hier speelt de schilderes met genres, kleuren en stromingen. Dit zouden we Marksisme kunnen noemen. Een term die nogal tot mijn verbeelding spreekt. Ik speel nu ook, doch in tegenstelling tot Marks slechts met woorden.

In de eeuwigheid ziet ze weinig heil. Althans, die ligt buiten haar horizon. Haar kunst zijn de lijnen en de kleuren van het moment. Marks is een schilder van het hier en nu.

Schilderen is voor Marks ook een uitstekende bezwering van haar eigen demonen. Kunst als tegengif! Waarom menigeen de werkelijkheid onverdoofd nauwelijks kan verdragen, wordt als vraag in de langverwachte novelle Nachtengeltjes en driehoekjes uiterst speels gethematiseerd.[12]                 

De werkelijkheid komt Marks ontegenzeggelijk wel goed van pas! Het heeft tot een bijzonder kleurrijk lijnenspel geleid. Ook het leven zelve is dus deels de kraamkamer van haar kunst.

 

 

Vrouwenportret, Itsme Marks, 2004
White dress, Itsme Marks, 2013

 

 

 

Blue zone, Itsme Marks, 2007

 

 

 

https://youtu.be/69Ro_QC2V9U

 

 

Noten

[1] Marks eerste tentoonstelling was in 1995. Nadien waren er exposities van haar werk in het hele land.

Zie verder: http://galeriebeeldschoon.nl/de%20kunstenaars/marks/index.html en http://kunstvanmarks.exto.nl/.

[2] http://kunstvanmarks.exto.nl/kunstwerken/117867_ode+aan+Picasso.html#.WKMSDzvhCM8.

[3] Voor een levensbeschrijving van Picasso zie: A. Stassinopoulos Huffington, Picasso, vernieuwer en vernietiger (Amsterdam 1993) en https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Pablo_Picasso.

[4] Zie David Bowie.

[5] http://www.kunstbus.nl/kunst/kees+van+dongen.html, 

http://www.trouw.nl/tr/nl/4512/Cultuur/article/detail/1794452/2010/09/16/Ik-ben-geen-isme-ik-ben-Kees-van-Dongen.dhtml en https://en.m.wikipedia.org/wiki/Kees_van_Dongen.

[6] https://en.m.wikipedia.org/wiki/Kees_van_Dongen; zie Vrouw met hoed (Vrouwenportret 5).

[7] https://en.m.wikipedia.org/wiki/Kees_van_Dongen.

[8] Van Dongen was bevriend met Picasso en maakte een portret van een van Picasso’s vriendinnen, Fernande Olivier geheten! Zie:http://www.kunstbus.nl/kunst/kees+van+dongen.html.

[9] http://www.trouw.nl/tr/nl/4512/Cultuur/article/detail/1794452/2010/09/16/Ik-ben-geen-isme-ik-ben-Kees-van-Dongen.dhtml.

[10] Zie White dress.

[11] Zie Blue zone.

[12] Dorian d’Oliveira, Nachtengeltjes en driehoekjes (Uitgeverij Aspekt 2018), met illustraties van Itsme Marks.

 

La grande bellezza, La dolce vita en dandyisme als illusionisme

La grande bellezza, La dolce vita en dandyisme als illusionisme

La grande bellezza, La dolce vita en dandyisme als illusionisme

Je bent 53, met een verwoest leven, zoals wij allemaal. Lees ons niet vol antipathie de les. Bezie ons met affectie. We zijn allemaal wanhopig. We kunnen niet anders dan elkaar aankijken, elkaar gezelschap houden en wat grapjes maken. Niet? 

Met deze woorden richt Jep Gambardella zich tot een vriendin in Sorrentino’s La grande bellezza. Toch zou het inzicht dat uit deze woorden spreekt eigenlijk voor iedereen moeten gelden, ook jongeren. Met wat geluk is hun bestaan nu nog niet verwoest, maar dat dit gaat gebeuren is zeker. C’est la vie!

In La grande bellezza laat Gambardella de kijker Rome zien en in het bijzonder een coterie van vrijzinnige mensen die al feestend de dood -en wellicht ook het leven met al zijn verdriet- op afstand willen houden.[1]

We leren hem kennen als hij zijn 65ste verjaardag viert. In zijn jeugd heeft hij een door critici geprezen roman geschreven. Ik zocht de grote schoonheid, maar die heb ik niet kunnen vinden zegt hij tegen een stokoude non die van hem wil weten waarom het bij die ene roman is gebleven.

Gambardella houdt van stijl en strooit met boutades. Hij onderhoudt de nodige vriendschappen en nachtbraken is zijn roeping en tevens zijn beroep. Hij is de chroniqueur geworden van welgestelde levensgenieters in Rome.

Is Gambardella een dandy? Hij heeft veel dat in zijn voordeel pleit… Maar behoort hij niet te zeer tot de fauna die hij beschrijft? Kortom, bezit hij voldoende distantie tot mens en wereld? Deze vraag laat ik als gedachte aan de lezeres.

De vraag wat iemand tot een dandy maakt, dringt zich op. Ik meen me te herinneren dat Karl Popper weinig zag in vragen die met wat begonnen.[2] Zojuist heb ik daarom nog eventjes gebladerd in zijn intellectuele autobiografie, maar ik heb hierover niets kunnen vinden. Toch heb ik het volgens mij ergens in zijn werk gelezen, maar waar is dus de vraag.

Ik heb overigens Popper nooit persoonlijk ontmoet. Bij twee afgezanten van hem op aarde heb ik echter college gevolgd, namelijk Joseph Agassi en Ernest Gellner.[3] Van Agassi weet ik nog dat hij een college wijdde aan de vraag wat een fraaie vraag is. Zijn antwoorden ben ik helaas vergeten, en mogelijk zijn die nooit goed tot me doorgedrongen, want door mijn sensualiteit was ik ongeschikt om college te volgen.

Dit schiet niet op, hoor ik nu een lezeres denken. Waarom vertel ik dit dan? Waarschijnlijk hoop ik zo indruk te maken. Niet iedereen komt uiteindelijk in contact met de academische jetset. Bovendien luister ik ook weleens naar anderen. Zo hield onlangs de Leidse schilder Frank Alblas me voor dat het geen kwaad kan op mijn blog af en toe iets persoonlijks te zetten.[4] Welnu, bij dezen!

Laat ik uit Poppers schaduw stappen en de vraag stellen of Gamberdella een dandy is. Om deze vraag te beantwoorden, betrek ik Baudelaire erbij. Deze negentiende-eeuwse dichtende drugsgebruiker flaneerde op de Parijse boulevards graag met een schildpad aan een riempje. Ik meen dat hij ook enige tijd zijn haar paars verfde. Baudelaire was iemand die zich wilde ontdoen van allerlei banden zodat hij in alle vrijheid kon leven en scheppen.[5] Hij schijnt daarom ook een vijand van nuttigheidsdenken en gebruiksvoorwerpen te zijn geweest.

Baudelaire geef ik als dandy vijf sterren, Gambardella krijgt er één van me. Een sensitieve socialite; deze typering lijkt mij echter passender voor hem. Dit personage wordt overigens prachtig vertolkt door Toni Servillo.

Zo eindigt het altijd. Met de dood. Eerst was er het leven. Verborgen onder bla, bla, bla, bla, bla. Gambardella worstelt met de vergankelijkheid. De dood spookt rond en in gedachten keert hij aldoor terug naar zijn jeugdliefde die inmiddels is overleden. Hij verlangt onmiskenbaar naar het leven en de schoonheid uit zijn jeugd. Zijn besluit een roman te gaan schrijven lijkt een bezwering van vergankelijkheid en verlies. Het heeft veel weg van het bestijgen van de Heilige Trap in Rome door een oude non die zo hoopt een aflaat te verkrijgen opdat na haar dood de hemel snel de hare zal zijn.

Alles ligt bezonken onder het gekwebbel en het kabaal. De stilte en het sentiment. De emotie en de angst. De bij vlagen luttele sprankjes schoonheid. En dan de akelige naargeestigheid en miserabele mensheid. Alles bedekt onder een deken van onbehagen over het zijn in de wereld. Bla, bla, bla, bla, bla. Elders is het elders. Ik hou me niet bezig met het elders. Moge deze roman dus beginnen. Tenslotte, het is maar een truc. 

Wie van deze onvoorstelbaar mooie slotzinnen en beelden (!) uit La grande bellezza wil genieten, moet eventjes op onderstaande link klikken.[6]

La grande bellezza en La dolce vita zijn beiden een ode aan de stad Rome, met een journalist als hoofdpersoon. In de film van Fellini wordt de vrouw uitbundig bewierookt, allereerst in de voluptueuze gedaante van Anita Ekberg.[7] In La grande bellezza is van een dergelijke vrouwenverering geen sprake. De sfeer is, wat dit aangaat, zakelijker en explicieter; de poëzie ontbreekt. Het leven is in La grande bellezza onttoverd. Dat is in La dolce vita naar mijn idee niet het geval. In Fellini’s meesterwerk is ook het mysterie van het bestaan allerminst verdwenen, dit in tegenstelling tot La grande bellezza.

De mens in al zijn bizarre facetten wordt door Fellini gekoesterd. Bij Sorrentino voel ik veel minder die liefde voor het leven. Zijn liefde gaat eerder uit naar de schoonheid en de kunst. Het is niet voor niets dat Gambardella weer gaat schrijven. In zijn nieuwe roman roept hij op indrukwekkende wijze een vervlogen wereld tot leven. Literatuur is ten diepste de kunst een fictieve wereld te scheppen die als veel intenser en waarachtiger wordt ervaren dan de alledaagse wereld. Hierin slaagt Gambardella voortreffelijk.

Ik sluit af met het antwoord op de vraag wat een dandy is. Het wezen van de dandy is zijn onwaarschijnlijkheid. Dandyisme is illusionisme als levenskunst. In feite behoort de dandy tot een fictieve wereld. Tenslotte, het is maar een truc.

Noten

[1]

https://youtu.be/Gr1JTZ6Mki4

[2] https://en.m.wikipedia.org/wiki/Karl_Popper.

[3] https://en.m.wikipedia.org/wiki/Joseph_Agassi; https://en.m.wikipedia.org/wiki/Ernest_Gellner.

[4] Wie bevriend wil raken met deze kunstenaar zie: https://www.facebook.com/frank.alblas?fref=hovercard.

[5] https://en.m.wikipedia.org/wiki/Charles_Baudelaire; https://www.archined.nl/2011/07/dwalen-voor-beginners.

[6]

 

[7]

 

Femmes fatales, dandy’s en de maalstroom der erotiek

Femmes fatales, dandy’s en de maalstroom der erotiek

Femmes fatales, dandy’s en de maalstroom der erotiek

Dorian d'Oliveira 2016.
Dorian d’Oliveira 2016

I put a spell on you! In onderstaande video kunnen we het Bryan Ferry opzwepend horen zingen.[1] Deze muziekclip begint met een suggestief in beeld gebrachte heupwiegende vrouw. Haar uitnodigende bewegingen beloven geluk, roes en eeuwigheid. De aanzwellende muziek verleidt en versterkt het ontstane dionysische levensgevoel.

Het is evident dat door deze gecombineerde schoonheid de alledaagsheid wordt verpulverd. Het verlangen om te dansen dringt zich onbedwingbaar op. Vreugdevol wordt afscheid genomen van het praktische leven. De mystiek van het moment dient zich aan. Ineens maken we deel uit van ritmische abstracties. We zijn verlost!

Muziek, dans en schoonheid zijn kroonjuwelen van de erotiek, maar ik kan me hierin natuurlijk vergissen. Als filosofische flaneur schrijf ik maar wat, in het volle besef van mijn vele beperkingen. Ik ben overigens nu ongewild eventjes naar mezelf afgedwaald, maar om deze uitglijder goed te maken ga ik subiet over tot de bespreking van femmes fatales en dandy’s in het algemeen.[2]

Femmes fatales en dandy’s zijn architecten van hun eigen erotiek, maar tegelijkertijd zijn zij ook kwetsbare vlotten op de maalstroom ervan. De diepzinnige vraag of zij tevens elkaars psychologisch spiegelbeeld vormen, is uitermate intrigerend. Ik zelf heb geregeld de razende betovering ervaren van vrouwen die zichzelf hadden ontworpen als femme fatale. Plotseling valt het universum samen met een uiterst verleidelijke en erg onvoorspelbare vrouw.

Deze esthetisering en erotisering van het leven is verslavend en hallucinant. Twijfels over de zin van het bestaan, problemen met ouders of ruzietjes met vrienden zijn niet meer van belang. Dit alles mag op het conto worden geschreven van de femme fatale en haar magie. Zonder haar zouden het leven en de kunst volkomen verdorren. De fatale vrouw is zonder meer een goddelijke gift.

Ontegenzeggelijk zijn femmes fatales en dandy’s maatschappelijke buitenbeentjes die eerder als bedreigingen van de sociale orde worden ervaren dan als pilaren der samenleving. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld makelaars, bankiers en beurshandelaren. Sensualiteit en spel kunnen inderdaad zeer storend zijn. Er moet uiteindelijk ook geld verdiend worden.

Na deze nuchtere vaststelling ga ik graag met gezwinde spoed naar Rita Hayworth.[3] In de film Gilda vertolkt zij de rol van nachtclubzangeres die tevens als femme fatale het leven kleurt. In onderstaand filmfragment kan volop van haar worden genoten en alleen Droogstoppels en feministische puriteinen zullen dit ontkennen, of weten te problematiseren. Genotbestrijders zijn immers van alle tijden, maar gelukkig kunnen we ons altijd troosten met zang en dans van Hayworth.[4]

Femmes fatales en dandy’s putten uit duistere bronnen, lees ik weleens in academische geschriften.[5] Aangezien ik dankzij wat affaires, amourettes en verslavende liefdes gaandeweg enige zelfkennis heb opgedaan, kan ik dit volmondig bevestigen.

Een bespreking van geleerde denkbeelden over masculiene fantasieën en de femme fatale laat ik liever achterwege.[6] Dit is me gewoonweg te ingewikkeld, maar uit eigen ervaring kan ik zeggen dat ook een dandy goeddeels uit verbeelding bestaat, zeker mijn wezen. Waar al mijn fantasieën vandaan komen, heb ik tot nu nog niet precies kunnen achterhalen. Via dit blog laat ik echter subiet weten zodra ik hierover volstrekte klaarheid heb verkregen.

Ad fontes! Terug naar de duistere bronnen. Het spel van geliefden kan behoorlijk escaleren, zoals alles in het leven. Ook een zeer gestileerd en erotisch duet zal ooit verkeerd aflopen, want niets duurt eeuwig. Toch kan ik zeggen dat een verzengend duet met een femme fatale nadien zal worden gekoppeld aan het onvergetelijke besef echt geleefd te hebben. Wie de bekoring niet kent van de dionysische dans met een fatale vrouw heeft zijn eigen duisterheden en onbegrijpelijke tegenstrijdigheden nooit leren kennen.

De tegenpool van de femme fatale wordt door connaisseurs de femme attrapée genoemd. Dit vrouwtype is zachtaardig, zorgzaam en gespeend van duistere fratsen. Bovendien is zij niet gefixeerd op speelsheid en erotiek, maar veeleer op geld verdienen ter aflossing van de hypotheek en het aanvragen van toeslagen vanwege de kinderen. Zij zijn de supervrouwen van deze tijd.[7]

Als multitaskers worden zij door politici, bankiers en werkgevers aanbeden. Daarnaast worden de onvermijdelijke huishoudelijke twisten met haar spiegelbeeldige partner behoorlijk getemperd en verlicht door de aanschaf van een vaatwasmachine, wasdroger, bladblazer en zelfsturende grasmaaier. Wat de voordelen hiervan zijn voor het bruto nationaal product hoef ik ongetwijfeld niemand uit te leggen.

In een bepaalde optiek schijnt dit het ware bestaan te zijn. Een femme attrapée wordt daarbij bejubeld vanwege haar natuurlijke verschijning. De magie, gekunstelde erotiek en de speelsheid van de femme fatale zijn vervangen door efficiënt handelen om zo gepland mogelijk alles uit het leven te slepen wat er in zit!

Apart is wel dat over de femme attrapée op Google nauwelijks iets valt te vinden, in tegenstelling tot de femme fatale. De vraag naar wat waarlijk tot verbeelding spreekt, is evenwel te voor de hand liggend. Derhalve laat ik dit gegeven gaarne onbesproken.

  

Het vlot der dandy’s en femmes fatales

Het vlot van dandy’s en femmes fatales kapseist geregeld in de maalstroom der erotiek, zoals ook blijkt uit de onvolprezen Polanski film Bitter moon.[8] De balts van twee beeldschone actrices maakt evenwel veel goed. Althans, de kijker kan naar mijn smaak niet anders dan esthetisch genot beleven gedurende hun dans op Slave to love.

Volgens Nietzsche laat het bestaan zich uitsluitend esthetisch rechtvaardigen.[9] Dat is fraai en meeslepend geformuleerd en daarom heb ik weinig zin hem tegen te spreken of allerlei subtiele denkers te hulp te roepen die ethiek onderrichtend hun salaris verdienen. Ik verwijs liever naar mijn  Nachtengeltjes en driehoekjes!

In deze novelle ravotten een femme fatale en een dandy naar hartenlust met elkaar. Een uitgebreide beantwoording van de vraag of dit ravotten volledig ontaardt, zou een fikse Leeswaarschuwing vergen. De eerste alinea’s van dit verhaal voeg ik in al mijn goedheid niettemin graag toe.

‘Hallo spaceboy!’ Haar stem klonk zwoel, vrolijk en vertrouwd. Daarna gaf ze drie kussen op mijn wangen waarbij haar boezem mijn bovenarm schampte. Tijdens het gekus gleden haar lange haren over mijn gezicht en rook ik een prikkelend parfum. ‘Sorry, sorry, sorry,’ sprak ze luchthartig, terwijl ze haar lippenstift snel van mijn gezicht wreef. Vervolgens ging ze me voor naar de garderobe. ‘Hoe vind je mijn potloodrokje?,’ wilde ze weten waarbij ze haar hoofd even naar achteren draaide. Mijn bewonderende blik naar haar heupen ontging haar zodoende niet.[10]

Ook wil ik nog verklappen dat de heldin van deze novelle bijzonder veel weg heeft van de Amerikaanse actrice Jayne Mansfield. Dit lijkt ongetwijfeld toeval, doch de noodwendigheid van dit alles mag niet op voorhand worden verworpen. Althans, zo denk ik er tegenwoordig over. Ik moet eerlijkheidshalve wel bekennen dat ik al weet hoe het verhaal afloopt. Dit maakt mijn oordeel van enig belang, zonder nu, of in de toekomst, gezaghebbend in dezen te willen worden.

Om geheel in de geest van boven genoemde novelle te eindigen verwijs ik hierbij naar een filmfragment waarin Mansfield zogezegd met menigeen een loopje neemt. The girl can’t help it![11]

 

Noten

[1]

[2]

Lader Aan het laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Zie pagina 20 over het onderscheid tussen fat en dandy: De fat is dan ook geen echte dandy, hoewel hij wel de uiterlijke eigenschappen bezit, met het gevolg dat hij vaak ten onrechte voor dandy wordt aangezien. Waar er bij de drie oertypen sprake is van innerlijke beweegredenen om zich als dandy te etaleren, ontbreken deze bij de fat volkomen. Waar het dandyisme een uiting is van verzet, doet de fat zich in de meeste gevallen enkel als een dandy voor om hogerop te komen, door middel van het imiteren van de uiterlijkheden en de omgangsvormen van de dandy.; https://nl.wikipedia.org/wiki/Femme_fatale; https://lonewolfmag.com/femme-fatales-film-noir/; http://www.midnightpalace.com/articles/femme-fatale-the-black-widow-of-film-noir;  http://www.imdb.com/list/ls000109847/; http://www.imdb.com/list/ls000109847/; http://www.lib.berkeley.edu/MRC/noir/np05ff.html; http://journal.media-culture.org.au/index.php/mcjournal/article/view/1039; http://dictionary.cambridge.org/dictionary/english/femme-fatale.

[3] https://nl.wikipedia.org/wiki/Rita_Hayworth.

[4] https://en.m.wikipedia.org/wiki/Gilda.

https://youtu.be/e-LO9Ay6v_M

[5] http://www.albany.edu/scj/jcjpc/vol8is3/snyder.html; http://www.lib.berkeley.edu/MRC/noir/np05ff.html.

[6] K. Wood, Zizek: A Reader’s Guide, zie: https://books.google.nl/books?id=0MQqU-AZnikC&pg=PT143&lpg=PT143&dq=de+femme+fatale+als+masculiene+fantasie&source=bl&ots=ztG38u2m4h&sig=ufLa_KkquS-5_3T7DAbhD2a5Nr4&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwjJ3bW5ld3QAhUHuhoKHUOMCTQQ6AEIHzAC#v=onepage&q=de%20femme%20fatale%20als%20masculiene%20fantasie&f=false.

[7] http://www.dbnl.org/tekst/_voo013200601_01/_voo013200601_01_0002.php, pagina 12.

[8] https://nl.wikipedia.org/wiki/Bitter_Moon.

[9] http://www.henkoosterling.nl/Hegelprop/prop5.html.

[10] Nachtengeltjes en driehoekjes, Dorian d’Oliveira. Met illustraties van Itsme Marks! (Uitgeverij Aspekt 2018).

[11] https://nl.wikipedia.org/wiki/Jayne_Mansfield; Dorian d’Oliveira, Nachtengeltjes en driehoekjes.

 

Vloeibare ego’s: Lord Byron en David Bowie

Vloeibare ego’s: Lord Byron en David Bowie

Vloeibare ego’s: Lord Byron en David Bowie

dsc05942

Bepalen we we zelf onze identiteit, of laten we dit over aan anderen? Deze vraag wordt zelden gesteld, maar in de praktijk door iedereen beantwoord. Veelal zijn het de traditie, de familie en in de ruimste zin het collectief die het individu scheppen. Men kan dit psychische proces de geboorte van de niemand in onszelf noemen.

Volgens bepaalde psychologen gaat het erom die niemand in onszelf te ontdekken. Dit klinkt erg verleidelijk, want vanuit dit niets valt er vervolgens zeker iets moois van te maken. Met niets bedoel ik trouwens een gestold samenraapsel van een stel culturele en biologische factoren. Dit om misverstanden over niets te voorkomen.

Heeft de dandy op eigen kracht de niemand in zichzelf gevonden en daarna met zijn individualistische estheticisme er een eigen draai aan gegeven? Is het derhalve terecht dat Max Beerbohm het dandyisme ooit typeerde als een der decoratieve kunsten?[1] Vanwaar de term vloeibaar ego in de titel? En wat is eigenlijk het verband tussen het vloeibaar ego en dandy’s als Lord Byron en David Bowie?

Deze diepzinnige vragen laat ik voor wat ze zijn. Die bespreek ik later nog wel eens, of misschien ook niet. Want het is hoog tijd om Byron te introduceren, zeker ook gezien de titel van dit stukje. Om te beginnen citeer ik gelijk maar eventjes iets uit zijn Childe Harold’s Pilgrimage:

I live not in myself, but I become

Portion of that around me; and to me

High mountains are a feeling.[2]

dsc05877Het is puur genot om te kunnen koketteren met kennis van poëzie! Daarnaast wil ik evenwel ook iets inhoudelijks kwijt over bovenstaande zinnen. De door Byron bedachte Harold is een jonge edelman die met zachte egogrenzen door het leven trekt en moeiteloos vervloeit met zijn omgeving. Dankzij zijn sensitiviteit verbindt hij zich gemakkelijk met mens en natuur. Of dit een zelfportret is van Byron, weet ik niet zeker.

Wel durf ik met zekerheid te zeggen dat Bowie zich in Blue Jean als Lord Byron laat aankondigen.[3] Deze als David Jones geboren kunstenaar grossierde tijdens zijn leven ook buiten het podium in personages. Die personages lijken een dusdanige greep op hem te hebben gehad dat Bowie hiermee samenviel, tot een nieuw personage de regie overnam. In dit opzicht schijnt hij geen wezenlijk ego te hebben bezeten, of het moet zijn chronische vloeibaarheid zijn geweest.

Op het podium leefde hij zichzelf uit in zijn personages. Bowie ging geheel op in de rol die paste bij de song die hij ten gehore bracht. De beelden van het door hem gezongen Hallo Spaceboy, samen met de Pet Shop Boys, laten dit goed zien.[4]

Het boeiende van dit optreden is tevens Bowie’s magistrale uitstraling. Neil Tennant, de zanger van de Pet Shop Boys, oogt plots als een verlegen misdienaar die in hemelse sferen verkeert omdat hij een demigod mag begeleiden.

Bowie’s feminiene look wordt in deze muziekclip geaccentueerd door zijn hoge hakjes en een oorbel. Dat hij kleurde naar zijn muzikale omgeving valt niet te betwisten, zeker als men de beelden van Hallo Spaceboy van hem met Nine Inch Nails voor ogen heeft. Zelfs met één nummer schiep hij voor zichzelf al personages! Hoewel het natuurlijk maar de vraag blijft of hij dit wel voor zichzelf deed…

Was voor Bowie niet alleen de kunst, maar ook het leven vooral een spel? Dit valt allerminst uit te sluiten. Door zijn kunst volledig met het leven te laten vervloeien en zijn leven (en dood) met de kunst, heeft hij zowel van zijn leven als van zijn kunst ontegenzeggelijk wel iets erg moois gemaakt.

 

 

Noten

[1] https://books.google.nl/books?id=lZR6sOboAukC&pg=PT12&lpg=PT12&dq=max+beerbohm+dandyism+as+one+of+the+decorative+arts&source=bl&ots=2XmMdJE4KU&sig=QMIAC55F7i_o4n43GpdPq2xEBu4&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwjkxPLTnv3PAhWFBBoKHXDzBB8Q6AEIITAC#v=onepage&q=max%20beerbohm%20dandyism%20as%20one%20of%20the%20decorative%20arts&f=false

[2] http://www.keats-shelley-house.org/en/works/works-lord-byron/lord-byron-childe-harold%E2%80%99s-pilgrimage

[3]

https://m.youtube.com/watch?v=LTYvjrM6djo

 

[4]