Een grenzeloos gedreven diva Het fenomeen Lil Dagover

Een grenzeloos gedreven diva Het fenomeen Lil Dagover

Een grenzeloos gedreven diva

Het fenomeen Lil Dagover

 

 

Lil Dagover werd in 1887 geboren te Madioen, een plaats in het toenmalige Nederlands-Indië. Op jonge leeftijd verhuisde ze naar Duitsland. Daar speelde Dagover gedurende haar lange carrière als actrice in meer dan honderddertig films. Tegenwoordig wordt deze diva vooral herinnerd door haar rol in de legendarische klassieker Das Cabinet des Dr. Caligari.[1]

 

Een moeilijk meisje

Lil Dagover, Sylph Barrett, 2021.

Martha Seufert, die later onder de naam Lil Dagover grote triomfen zou vieren, ging als jong meisje noodgedwongen naar Duitsland. Haar moeder was in de bloedhete gordel van smaragd helaas ernstig ziek geworden en de hoop was dat ze in het Avondland te midden van familieleden zou herstellen. Dit bleek een misrekening en na het overlijden van haar moeder werden Martha en haar oudere zus Maria ondergebracht bij hun grootouders. Om allerlei redenen kwamen de meisjes in een familiecarrousel terecht. Ooms en tantes namen de meisjes afwisselend in huis.

De latere actrice lag geregeld met haar tantes overhoop. Ze had namelijk de gewoonte om alles (bij het omkleden) achter zich te laten vallen, in de veronderstelling dat dienstmeisjes het wel zouden oprapen. Maar Duitsland liet zich in dezen niet vergelijken met haar luxe leventje op Java.[2]

De diva in de dop bezocht diverse scholen en internaten, zelfs in Frankrijk en Zwitserland.[3] Behalve het willen bieden van een uitstekende opleiding, moet ook iets anders hebben gespeeld. Het heeft er veel van weg dat Martha een bijzonder moeilijk meisje is geweest.

Op zestienjarige leeftijd leerde ze de gevierde toneelspeler Fritz Daghofer kennen.[4] Vanwege haar affaire met deze man, die twee keer zo oud was als zijzelf, werd de pas ontloken schoonheid van school gestuurd. Vervolgens trad ze terstond in het huwelijk met haar minnaar, hetgeen tot een breuk met haar familie leidde. Een jaar later kreeg ze haar eerste en naar uiteindelijk zou blijken enige kind, Eva Maria geheten.[5]

 

Prima donna (van de expressionistische film)

Haar eerste kleine rollen vervulde Dagover vanaf 1913. Via haar echtgenoot leerde ze vermoedelijk regisseurs als Fritz Lang en Robert Wiene kennen. In Die Spinnen (1919) van Lang was ze voor het eerst de absolute heldin van het verhaal.

In eerdergenoemd jaar vertolkte ze ook de vrouwelijke hoofdrol in Das Cabinet des Dr. Caligari, een film die in februari 1920 te Berlijn in première ging. Deze rolprent van Robert Wiene betekende haar grote doorbraak, ook internationaal.

Nadien maakte ze Der müde Tot (1921) en Dr. Mabuse, der Spieler (1922), beiden onder regie van Lang. Ook speelde Dagover in films van Friedrich Wilhelm Murnau, Carl Froelich en Arthur von Gerlach. Dat ze de koningin van de expressionistische film mag worden genoemd heeft dus een reden!

Intussen was Dagover rond 1920 gescheiden van haar man, maar haar verbasterde artiestennaam bleef ze aanhouden tot haar dood.[6]

In 1925 werd ze door de artistieke virtuoos Max Reinhardt, die uit een orthodox joods milieu stamde, gevraagd om zich bij hem aan te sluiten als toneelspeelster.[7] Deze eer liet ze vanzelfsprekend niet aan zich voorbijgaan.

Een jaar later trouwde ze met de uit Rusland afkomstige producent George Witt die vervolgens de nodige films van haar zou financieren.

Als actrice was Dagover ook enige tijd in Zweden en Frankrijk actief. Haar belangrijkste rolprenten uit die periode zijn Die Lady ohne Schleier (1927) en Le tourbillon de Paris (1928). Ook werden filmopnames gemaakt in Oostenrijk voor Madame Blauwbart (1931), onder regie van Conrad Wiene.[8] Deze cineast was tot de machtsovername van Adolf Hitler ook in Duitsland werkzaam, maar gezien zijn joodse achtergrond achtte hij het begrijpelijkerwijs geboden het prille Derde Rijk zo snel mogelijk te verlaten.[9]

 

Een filmster gaat naar Hollywood

In het spoor van haar zinnenprikkelende landgenote Marlene Dietrich vertrok Dagover ook naar Hollywood.[10] Aldaar speelde ze de hoofdrol in The woman from Monte Carlo.[11] Deze door Michael Curtiz geregisseerde rolprent werd in de winter van 1932 uitgebracht.

Unaniem hekelden recensenten de film vanwege de fletsheid en voorspelbaarheid van het verhaal. De schoonheid en het acteertalent van Dagover (in deze volgorde) werden daarentegen vurig beschreven en geprezen.[12]

Of Curtiz en Dagover elkaar al eerder hadden ontmoet, is de vraag. Curtiz werd geboren in Boedapest en groeide op in een joods gezin.[13] In de tijd dat Dagover begon te acteren, was Curtiz al een van de grootste Hongaarse regisseurs. Ook in Berlijn werkte hij nog een periode om in de jaren twintig naar de USA te gaan. Casablanca (1942) wordt alom beschouwd als zijn beste film.[14] Humphrey Bogart en Ingrid Bergman maakte het bovendien tot aanbeden wereldsterren.

Na de opnames van The woman from Monte Carlo ging Dagover overigens weer pijlsnel naar Duitsland en keerde nooit meer terug naar Hollywood.

 

Diva Dagover treedt op in Holland!

In de herfst van 1932 zorgde Dagover voor geëxalteerde recensies met haar optreden in de Princesseschouwburg te Den Haag. In de hofstad speelde ze de hoofdrol in Der Kuss vor dem Spiegel van Lazlo Fodor. Haar tegenspeler in dit drama was Ernst Deutsch. Deze acteur zou later onder meer nog een rol spelen in The third man (1949), de befaamde film noir van Carol Reed.[15]

In een recensie voor De Locomotief, een met name in Nederlands-Indië veelgelezen krant, was sinoloog en schrijver Henri Borel uiterst enthousiast over het optreden van Dagover.[16] Begeesterd beschreef hij uitvoerig en fijnzinnig de kleding die Dagover droeg gedurende elke akte.

Tijdens een persconferentie liet de diva volgens Borel weten niet van Hollandse komaf te zijn. Haar vaders wieg stond in Oostenrijk en haar moeder was een creoolse, zo vervolgde Borel, die diverse jaren in Nederlands-Indië had gewerkt.[17] Zeker het laatste is een verrassende bewering, aangezien dit verder nergens als feit wordt vermeld. Het blijft nu altijd de vraag hoe deze met Louis Couperus en Frederik van Eeden bevriende schrijver hierop is gekomen. Ook gelet op de rassenwaan die nadien het Avondland zou teisteren, is deze opmerking van Borel erg intrigerend.

Gegevens over haar moeder vallen op internet zo goed als niet te vinden. Haar vader daarentegen wordt steevast vermeld, inbegrepen het feit dat hij dienstdeed als houtvester.[18]

In haar autobiografie Ich war die Dame is Dagover opvallend zwijgzaam over haar moeder. Alleen haar overlijden op jonge leeftijd wordt door de actrice aangestipt. Haar moeders naam blijft verder ongenoemd!

Vol bewondering repte Borel over de etherische verschijning van de filmster en haar vele optredens overal in Europa. De zwakste, slankste, meest broos en “zerbrechlich” lijkende vrouwen zijn meestal juist de sterksten, zo besloot Borel zijn recensie in De Locomotief.[19] Gezien de door Dagover bereikte leeftijd kunnen we deze nu goeddeels vergeten schrijver hierin alleen maar gelijk geven.

 

Hitlers geliefde tafeldame

Ten tijde van het Derde Rijk bleef Dagover onverdroten films maken. In meer dan twintig films speelde ze in die periode een rol. Veelal moest zij zich inleven in een gravin, markiezin of keizerin. In deze adellijke gedaanten zag het publiek haar blijkbaar het liefste.

Onder regie van Douglas Sirk vertolkte ze de hoofdrol in Schlussakkord.[20] Deze rolprent werd geproduceerd in 1936. Sirk ging een jaar later naar Hollywood. Het feit dat hij getrouwd was met een joodse vrouw zal zeker van belang zijn geweest in dit besluit. In de jaren vijftig regisseerde Sirk onder meer All I desire, Written in the wind en Imitation of life. Dat zijn nu stuk voor stuk klassiekers![21]

Intussen werd de diva in 1937 door propaganda-minister Joseph Goebbels tot Staatsschauspielerin verheven.[22] Het gerucht dat zij een affaire had met deze politicus waarde zeker rond. Niettemin is scepsis in dezen op zijn plaats, want er zijn in werkelijkheid geen gegevens die hierop wijzen. Dat Goebbels ook in seksuele zin verzot was op actrices is echter een onbetwistbaar feit.[23]

In het jaar dat ze tot Staatsschauspielerin werd verheven, speelde ze in Fridericus en in Die Kreuzersonate, naar een verhaal van Lev Tolstoj.[24]

In 1939 werd een foto van Dagover gemaakt waarop valt te zien dat zij zich geestdriftig inzette voor Die Winterhilfe. Dit was een door nationaalsocialisten bestuurde organisatie die armenzorg verleende.[25]

Meermaals moet ze tafeldame van Adolf Hitler zijn geweest. Naar haar eigen zeggen gingen de gesprekken met de vrijgezelle rijkskanselier voornamelijk over de voor- en nadelen van een vegetarisch leven. Beiden waren afkerig van het eten van vlees, dus in dezen zullen ze elkaar zeker hebben kunnen vinden.[26]

Gedurende de oorlogsjaren vervulde ze rollen in Bismarck, Musik in Wien en Wien 1910. In deze laatste rolprent wordt het leven van Karl Lueger, een antisemitische Weense burgemeester, beschreven.[27] Tegenwoordig wordt deze film geduid als vessel vol nazistische propaganda.[28]

Dagover trad in 1943 op voor Duitse soldaten, op minder dan twee kilometer van het oostfront, zo laat ze in haar autobiografie weten. Ook viel ze als entertainer te bewonderen op Jersey en Guernsey, twee door de Duitsers bezette eilanden in het Kanaal. Het optreden van Dagover vond aldaar plaats in maart 1944, enkele maanden voor D-Day.

In dat jaar ontving ze van Hitler de voornaamste onderscheiding die aan een burger kon worden verleend, te weten het Kriegsverdienstkreuz II. Klasse. [29]

Ich hatte keinen Sinn für Politik schreef Dagover vele jaren later in Ich war die Dame.[30] Dat ze met deze woorden haar eigen rol in de realiteit van toen versluierde, is zeer aannemelijk!

 

Een gedenazificeerde godin

Na haar denazificatie was Dagover alweer vlug op de bühne te vereren.[31] In 1948 werd de eerste naoorlogse film uitgebracht waarin ze een rol had. Deze rolprent, Die Söhne des Herrn Gaspary, wordt geregeld omschreven als een verhaal met een anti-nazistisch thema.[32]

In de jaren vijftig speelde ze in maar liefst drie verfilmingen van door Thomas Mann geschreven romans, te weten Koninklijke Hoogheid, Buddenbrooks en Felix Krull.[33] In dit decennium vertolkte ze voor het eerst ook rollen in televisieproducties.

In de jaren zestig ontving ze diverse prijzen voor haar acteerprestaties. De meest prestigieuze hiervan was ongetwijfeld de Bambi.[34] Die seltsame Gräfin (1961) is de belangrijkste film die ze in deze periode maakte. Hierin speelde ze (natuurlijk) de gravin!

In 1968 kwam Dagover tijdens een interview terug op Das Cabinet des Dr. Caligari. Lovend en met intense nostalgie spreekt ze met de journalist over het inlevingsvermogen van de toen al beroemde Werner Krauss, die de rol van Dr. Caligari vervulde.[35]

 

Ich war die Dame

Lil Dagover, Sylph Barrett, 2021.

Ook in de jaren zeventig trad Dagover nog op in een aantal rolprenten. Een daarvan was Karl May (1974), onder regie van Hans-Jürgen Syberberg. Hierin verbeeldde Dagover Bertha von Suttner, een pacifiste die in 1953 de Nobelprijs voor de vrede ontving.[36]

Haar laatste film is het door Maximilian Schell geregisseerde Geschichten aus dem Wienerwald (1979) geweest.[37] In datzelfde jaar ging ze als toneelspeelster nog op tournee!

Bovendien werd haar Ich war die Dame gepubliceerd. In deze autobiografie beschrijft ze uitgebreid haar indrukwekkende carrière en allerlei vermaarde collega’s en regisseurs waarmee ze had samengewerkt.

Opmerkelijk is dat in deze autobiografie geen enkele aandacht is voor haar dochter Eva Maria. Toch valt ontegenzeggelijk iets zeer interessants over haar te vertellen. Zij was namelijk enige tijd getrouwd met Geza von Radványi. Deze regisseur wordt nu vooral nog herinnerd door zijn remake van Mädchen in Uniform (1958), met Lili Palme en Romy Schneider. Sandor Marai was een broer van deze filmmaker. Marai zelf vergaarde als schrijver wereldfaam met zijn roman Gloed.[38]

Ook haar vader en zus komen in de autobiografie van deze gedreven diva niet of nauwelijks ter sprake. Publiekslieveling Lil Dagover leefde voor roem, film en toneel.[39]

 

Lil Dagover, Sylph Barrett, 2021.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lil Dagover, Sylph Barrett, 2021.

 

 

 

 

Noten

[1] https://www.britannica.com/biography/Lil-Dagover; https://en.wikipedia.org/wiki/Lil_Dagover; https://www.steffi-line.de/archiv_text/nost_film20b40/05_dagover.htm. Voor een analyse van Das Cabinet des Dr. Caligari, zie: D. d’Oliveira, Lange schaduwen en de verwrongen blik van ideologen. Het kabinet van Dr. Caligari (voorjaarsnummer cultuurtijdschrift Bühne 2022).

[2] Ich war die Dame, pagina 32-33.

[3] Ich war die Dame, pagina 37-40.

[4] https://de.wikipedia.org/wiki/Fritz_Daghofer.

[5] Ich war die Dame, pagina 43.

[6] Ich war die Dame, pagina 98.

[7] Max Reinhardt over Fritz Daghofer: Mijn god, Daghofer zou mijn beste toneelspeler zijn, wanneer hij maar niet zo ontzettend lui was. Zie: Ich war die Dame, pagina 44. Voor Reinhardt zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Max_Reinhardt.

[8] https://en.wikipedia.org/wiki/Madame_Bluebeard.

[9] Conrad was de jongere broer van Robert Wiene. Zie https://en.wikipedia.org/wiki/Conrad_Wiene, https://www.imdb.com/name/nm0927467/bio.

[10] Dagover bewonderde Dietrich als violiste. De legendarische diva schijnt volgens Dagover zelfs vier weken als concertmeester te hebben gewerkt in een orkest dat filmmuziek ten gehore bracht. Dietrich werd echter ontslagen omdat orkestleden te zeer door haar lange benen werden afgeleid. Zie Ich war die Dame, pagina 159.

[11] https://en.wikipedia.org/wiki/The_Woman_from_Monte_Carlo.

[12] The woman from Monte Carlo was zeker niet de eerste geluidsfilm waar Dagover aan meewerkte. Dit gold echter wel voor het spreken van Engels in een filmrol. Een recensent verwees in zijn kritiek naar haar Teutoonse accent. Volgens Dagover zelf sprak ze vloeiend de nodige talen, waaronder Engels en Frans. Zie https://archive.org/details/variety105-1932-01/page/n19/mode/1up?view=theater; Ich war die Dame, pagina 40.

[13] https://en.wikipedia.org/wiki/Michael_Curtiz.

[14] https://nl.wikipedia.org/wiki/Casablanca_(film).

[15] https://en.wikipedia.org/wiki/Ernst_Deutsch.

[16] https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?coll=ddd&identifier=MMKB23:001770019:mpeg21:a00236. https://nl.wikipedia.org/wiki/Henri_Borel en https://en.wikipedia.org/wiki/De_Locomotief.

[17] Ich war die Dame, pagina 16. Haar vader was afkomstig uit het Duitse Karlsruhe. Zie https://wikispro.com/lil-dagover-wiki-networth-age/.

[18] De naam Martha Herf wordt in twee artikelen genoemd. Dit zou dan haar moeder moeten zijn geweest. Niettemin wordt ook eenmaal de naam Hedwig Wentz opgevoerd. Bovendien is er een schrijfsel waarin staat dat Dagover iemand was met Hollandse roots. Gezien haar autobiografie en familie-opvang in haar jeugd is dit hoogst twijfelachtig. Zie: http://peterbosma.info/starring-lil-dagover/; https://www.imdb.com/name/nm0196820/bio.

[19] https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?coll=ddd&identifier=MMKB23:001770019:mpeg21:a00236.

[20] https://en.wikipedia.org/wiki/Schlu%C3%9Fakkord.

[21] Douglas Sirk werd in 1897 geboren te Hamburg. Zijn ouders waren afkomstig uit Denemarken. Zie: https://en.wikipedia.org/wiki/Douglas_Sirk. In 1939 verfilmde hij Boefje, naar het kinderboek van Marie Joseph Brusse. Zie: https://en.wikipedia.org/wiki/Boefje_(1939_film). Vier jaar later maakte hij Hitler’s madmen. Zie: https://en.wikipedia.org/wiki/Hitler%27s_Madman.

[22] Ich war die Dame, pagina 214 en 230; https://www.dhm.de/lemo/biografie/lil-dagover.

[23] https://www.bild.de/news/2007/liebesnest-nazi-hetzer-1312804.bild.html.

[24] https://en.wikipedia.org/wiki/Fridericus; https://en.wikipedia.org/wiki/The_Kreutzer_Sonata_(1937_film).

[25] https://de.wikipedia.org/wiki/Winterhilfswerk_des_Deutschen_Volkes.

[26] Ich war die Dame, pagina 218.

[27] https://en.wikipedia.org/wiki/Karl_Lueger.

[28] Ich war die Dame, pagina 208-209; https://de.wikipedia.org/wiki/Wien_1910.

[29] Ich war die Dame, pagina 230; https://de.wikipedia.org/wiki/Kriegsverdienstkreuz_(1939).

[30] Ich war die Dame, pagina 170.

[31] https://nl.wikipedia.org/wiki/Denazificatie.

[32] https://en.wikipedia.org/wiki/Gaspary%27s_Sons.

[33] https://www.steffi-line.de/archiv_text/nost_film20b40/05_dagover.htm.

[34] https://nl.wikipedia.org/wiki/Bambi_(prijs); https://www.steffi-line.de/archiv_text/nost_film20b40/05_dagover.htm.

[35] https://www.dw.com/de/interview-mit-lil-dagover-august-1968/a-6083959.

[36] https://en.wikipedia.org/wiki/Karl_May_(film); https://en.wikipedia.org/wiki/Bertha_von_Suttner.

[37] https://en.wikipedia.org/wiki/Tales_from_the_Vienna_Woods_(1979_film).

[38] https://nl.wikipedia.org/wiki/S%C3%A1ndor_M%C3%A1rai.

[39] Zelfs in haar autobiografie houdt de Teutoonse filmgodin vast aan haar verhaal dat ze in 1897 was geboren. Volgens controleerbare feiten werd ze echter tien jaar eerder geboren. Ook haar voornaam vrolijkte de diva op door er de nodige aan toe te voegen. Niettemin werd ze bij haar geboorte als Martha Seufert ingeschreven, meer niet. Blijkbaar had Dagover een sterk en zeer begrijpelijk verlangen om feiten te vervlechten met fictie. Zie https://kueko-berlin.de/damals-wars/lil-dagover/.

 

Reacties zijn gesloten.